donderdag 31 juli 2014

Rafaël



Vandaag geen blog uit het dagelijkse leven gegrepen, maar enkele woorden over een boek dat ik een paar weken geleden heb uitgelezen. Het boek heeft op mij veel indruk gemaakt, ‘Rafaël’ van Christine Otten.


Het is gebaseerd op feiten, heftig en ontroerend. Het verhaalt over bootvluchtelingen, een gedurfd actueel onderwerp. Er zijn duizenden bootvluchtelingen, veel leed en onmenselijke toestanden. In dit boek gaat het over Winny en Nizar. Hun verhaal is representatief voor al die onbekende vluchtelingen, het geeft hen een gezicht.
Christine Otten verwoordt de gebeurtenissen van deze twee mensen met grote klasse. Zij heeft een vloeiende schrijfstijl, laat woorden spreken. Zij maakt van dit schrijnende verhaal geen drama, er is geen sprake van opsmuk of tierelantijn, enkel en alleen de rauwe werkelijkheid brengt zij in beeld. Nergens verveelt het, je wilt doorlezen, weten hoe het afloopt met Winny en Nizar.
Een mooi boek dat het verdient gelezen te worden. Het zet je aan het denken over de wantoestanden met betrekking tot de vluchteling, maar het is ook een verhaal over twee verliefde mensen die bij elkaar willen zijn en daar veel voor overhebben.

Een poos geleden ben ik naar een lezing van Christine Otten geweest, daar was ook Winny aanwezig. Zij vertelde dat het goed gaat met haar, Nizar en Rafaël, maar dat het ook moeilijk blijkt een bestaan op te bouwen. Heimwee naar Tunesië waar Nizar vandaan komt is er ook, maar zij hebben ervoor gekozen om in België te blijven wonen opdat hun zoon Rafaël een betere opleiding en toekomst zal hebben. Wil je in Tunesië iets opbouwen dan heb je geld nodig en dat is er niet.

Niet alleen dit boek van Christine Otten is de moeite van het lezen waard. Ik heb ook erg genoten van al haar andere boeken, vooral vanwege haar onopgesmukte schrijfstijl.
 

dinsdag 29 juli 2014

Het dorp



Zestien jaar heb ik in Eindhoven gewoond en voordat ik jaren geleden daarheen verhuisde heb ik dertien jaar gewoond in de gemeente waar ik nu met Man ben gaan wonen. Toen woonde ik in het kerkdorp onder de vlag van deze gemeente, maar dat is duidelijk een ander deel van de gemeente vinden de bewoners van het deel waar ik nu woon. De precieze toedracht ken ik niet, maar begrepen heb ik wel dat er soms wat neerbuigend wordt gedaan over de inwoners van het kerkdorp. Voor mij is het eigenlijk onvoorstelbaar dat mensen zo denken. Ik heb in elk geval graag in dat deel van het dorp gewoond, nu woon ik graag in dit deel van het dorp.

Ik heb de weekmarkt bezocht waar ik toentertijd ook het fruit, de groenten, de vis, de kaas en de noten heb gekocht. Ik zie weer dezelfde gezichten en dezelfde kraampjes op dezelfde plek. Het lijkt alsof de tijd heeft stilgestaan terwijl er toch zoveel jaren zijn verstreken.
Mensen veranderen, dat is wel zeker. Is het niet van gedachten of doen en laten, dan toch wel van uiterlijk. Wat ouder, soms ook grijzer, wat dikker of wat dunner, maar na zestien jaar is er wel een verschil. Echter op de weekmarkt is er in al die jaren nauwelijks iets veranderd. Voor mij is dat het duidelijkst bij de notenkraam.
Ik weet nog precies hoe ik destijds van rechts naar links voor de kraam langs liep om de spullen die ik wilde kopen te bekijken. Nu hoef ik geen moeite te doen iets in de kraam te zoeken, de waar ligt nog precies zo uitgestald. De kraam is ook qua uiterlijk met het geel/wit gestreepte doek er overheen nog hetzelfde. Alleen de marktkoopman is in zijn gezicht veranderd, een paar rimpeltjes meer, maar hij is het en nog steeds geeft hij na het afrekenen elke klant een dadel. 
 
Op weg naar huis, door straatjes die ik nog niet ken, zie ik bij een woonhuis een kleine Pipowagen staan. Ervoor een bord waarop handgeschreven de dingen die er te koop zijn. De deur open en binnen op schappen verse producten uit eigen tuin, verse eitjes van eigen kippen en zelfgemaakte jams en chutneys.
Er is niemand aanwezig, maar er staat geschreven dat ik kan pakken wat ik wil hebben en het geld in een potje moet doen, wisselgeld is er ook. Zo heb ik wel eens in de Achterhoek en in kleine dorpjes in Noord Nederland spullen langs de weg gekocht, maar nooit hier in de buurt. Met kakelverse eitjes en een potje rabarber fiets ik verder. Zo langzamerhand begin ik het dorp te kennen en mij eigen te maken. 



zondag 13 juli 2014

Glas



Bij de ‘Stichting Wereldhuis Eindhoven’, gevestigd in een oud schoolgebouw, tref je allerlei spullen aan. De twee verdiepingen zijn volgestouwd met kinderspeelgoed, ledikantjes, bedden, kasten, tafels en stoelen, staande lampen, hangende lampen, boeken, schilderijen, serviesgoed, vazen, glazen en schalen, er is gereedschap, er zijn potten en pannen en er hangt kleding. Op de tweede verdieping ook een kantine waar je thee, koffie of soep kunt gebruiken. De opbrengst komt ten goede aan instanties in verre landen voor opleiding en een betere toekomst voor de kinderen daar. Mooi ook dat het hier aan mensen met een kwetsbare achtergrond een plek is om werkervaring op te doen.

Man en ik zijn op zoek naar een hoog smal ladenkastje en naar gekleurd glas. Ik werd door iemands blog (bekijk haar website eens en geniet van haar blogs en haar kunst en curiosa) geïnspireerd om eindelijk eens met het gekleurde glas aan de slag te gaan. Al in dozen gestopt en in de garage gezet om naar de kringloopwinkel te brengen, heb ik toch weer alles tevoorschijn gehaald. Op zolder ook nog het een en ander aan gekleurde vazen en glazen. Ik ben er nog niet aan toegekomen om dat op te ruimen. Zo blij als een kind ben ik nu ik het nog heb en kan gebruiken.

Was er nooit helemaal zeker van of ik stukken op elkaar zou lijmen of dat ik het glas zou knippen en snijden voor mozaïek, maar nu weet ik wat ik wil.
Met een deel ervan ga ik stapelen net zolang totdat ik het mooi vind, dan lijm ik het op elkaar. Dit is een van de dingen waar ik nu mee bezig ben en bij 'af' en ’goed gelukt’ geef ik het cadeau aan iemand die van blauw houdt!



zaterdag 12 juli 2014

De mandjes van mijn moeder



In mei was het 14 jaar geleden dat mijn moeder overleed. Mijn vader bleef alleen achter. Anderhalf jaar later overleed ook hij en toen was daar het opruimen van hun spulletjes, het huis moest leeg. Meubels, vazen, boeken en andere snuisterijen werden onder hun vier kinderen verdeeld of naar de kringloopwinkel gebracht. Er waren ook tuinstoelen, het gereedschap van mijn vader en de mandjes van mijn moeder, twee. Een voor de stofdoeken, de koperpoets en de boenwas, het ander met borstels en smeersels voor de ‘schoenpoetserij’. Ik nam ze mee.

Een paar jaar hebben de mandjes op de slaapkamer in het zicht gestaan, boven op de kast. Ik gebruikte ze niet en bij een aanval van opruimwoede verhuisden zij met andere mandjes en manden naar de schuur. Regelmatig werden spullen opgeruimd, maar nooit de mandjes van mijn moeder. Ook niet voor de verhuizing ruim 2 maanden geleden.
De mandjes gingen mee en werden tussen allerlei andere spullen in de garage gezet. Als er tijd was zouden Man en ik alles wel eens uitzoeken en opruimen of voor gebruik in huis nemen.

Vanmiddag in de garage viel mijn oog op de mandjes. Eerst negeerde ik ze nog, maar uiteindelijk begon ik te sorteren. Drie mandjes bleven over waaronder die van mijn moeder.
Ook een doos met daarin schoenpoetsspullen kwam ik tegen, de borstels in een rond blik, de smeersels in een kunststof doos. Nu moeten jullie weten dat ik van eenheid houd en schoenpoetsspullen in een rond blik en ook nog in een kunststof doos is voor mij niet acceptabel. Ineens wist ik het.
In het ene mandje alle schoenpoetsborstels, in het andere alle schoenpoetssmeersels. De mandjes van mijn moeder weer in gebruik. 




donderdag 10 juli 2014

Open-deur-dag



Twee maanden wonen we in dit huis en nu is het ook ‘ingewijd’, de ‘open-deur-dag’ is geweest. Familie en vrienden, op een enkeling na zijn zij gekomen. Man heeft het er druk mee gehad. Alle inkopen heeft hij gedaan, dat waren nogal wat tassen en dozen vol met eten en drinken. Harde en zachte kazen, voor de liefhebbers vis, flessen water, bier met en zonder alcohol, rode en witte wijn, rosé, stokbroden en groenten om soep en salades te maken. Hij heeft het allemaal, en zonder morren maar met veel enthousiasme, ‘ons nest’ binnen gesjouwd. Samen met mij aan het aanrecht gestaan, alle borden, glazen en schalen klaar gezet, bloemen in vazen gedaan. 


Er waren complimentjes en leuke kado’s. Wat waren we trots en nu familie en vrienden weten waar wij ons hebben genesteld lijkt het alsof er nog meer rust op deze plek is!

Als liefhebbers van espresso kregen we mooie kopjes met eigengebakken koekjes erbij. Witte hortensia’s bijvoorbeeld, dat wordt een mooie groep bij elkaar. Een Japanse esdoorn waar ik zo van houd. 





Een vaas, een kandelaar, bloemen, een plant voor binnenshuis en een vleermuishuis, geschikt voor de Mannen onder de vleermuizen. Daarin kunnen zij zich terugtrekken of schuilen bij regen. Hoe zit dat dan bij de Vrouwen onder de vleermuizen, waar blijven zij? Weet iemand dat?